4 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Voor' in de Bijbel

De bergen beven voor Hem, en de heuvelen versmelten; en de aarde licht zich op voor Zijn aangezicht, en de wereld, en allen, die daarin wonen.

VersbegrippenAardbevingenAarde, Oordeel VanBergenBevende BergenHet Verwoeste UniversumGod Redt Van Zonde En DoodDe Aanwezigheid Van God

Wie zal voor Zijn gramschap staan, en wie zal voor de hittigheid Zijns toorns bestaan? Zijn grimmigheid is uitgestort als vuur, en de rotsstenen worden van Hem vermorzeld.

VersbegrippenDe Aard Van De Toorn Van GodGods VerontwaardigingBestraffing Door GodRotsenRotsen SplijtenVuur Van Gods WoedeStevig StaanGod Bezit WoedeGebrek Aan VuurPassieToornLuchten

De leeuw, die genoeg roofde voor zijn welpen, en worgde voor zijn oude leeuwinnen, die zijn holen vervulde met roof, en zijn woningen met het geroofde.

VersbegrippenJagenIn Stukken Gereten DierenHuizen VullenMensen In Grotten

Er is geen samentrekking voor uw breuk, uw plage is smartelijk; allen, die het gerucht van u horen, zullen de handen over u klappen; want over wien is uw boosheid niet geduriglijk gegaan?

VersbegrippenKlappenApplausWondesIn ElkaarMensen Die Kwaad BerokkenenBuilenHoop En Heling

Public domain