11 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Waar' in de Bijbel

En als zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeus en Mattheus, Jakobus, de zoon van Alfeus, en Simon Zelotes, en Judas, de broeder van Jakobus.

VersbegrippenTrappenIjverAndrewGebedsbijeenkomstenDe Bovenste KamersLogeerkamersZeloten

En Mozes vluchtte op dat woord en werd een vreemdeling in het land Madiam, waar hij twee zonen gewon.

VersbegrippenBeschouwd Worden Als VreemdelingenTwee Zonen

En er waren vele lichten in de opperzaal waar zij vergaderd waren.

VersbegrippenLampenTrappenDe Bovenste Kamers

Maar wij, vooruit naar het schip gegaan zijnde, voeren af naar Assus, waar wij Paulus zouden innemen; want hij had het alzo bevolen, en hijzelf zou te voet gaan.

VersbegrippenDe MarineBijzondere ReizenZeereizenMensen Die VoorgingenZeilen

En nu ziet, ik weet, dat gij allen, waar ik doorgegaan ben, predikende het Koninkrijk Gods, mijn aangezicht niet meer zien zult.

VersbegrippenDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodDe Inhoud Van PredikenMensen Die Afscheid NemenMensen Niet ZienConflict Oplossen

En Paulus zeide: Ik sta voor den rechterstoel des keizers, waar ik geoordeeld moet worden; den Joden heb ik geen onrecht gedaan; gelijk gij ook zeer wel weet.

VersbegrippenRomeinse BurgersStaanRechtbanksessiesIsraël VerharddeOordeelstoel

En hetzelve nauwelijks voorbij zeilende, kwamen wij in een zekere plaats genaamd Schonehavens, waar de stad Lasea nabij was.

VersbegrippenHavensZeilenKnuffels

Van waar wij omvoeren, en kwamen aan te Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd, kwamen wij den tweeden dag te Puteoli;

VersbegrippenHavensKompassenDe Volgende DagGericht Naar Het Zuiden

Public domain