'Wacht' in de Bijbel
Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven.
Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen.
En Jezus zeide tot hen: Ziet toe, en wacht u van den zuurdesem der Farizeen en Sadduceen.
En Pilatus zeide tot henlieden: Gij hebt een wacht; gaat heen, verzekert het, gelijk gij het verstaat.
En zij heengaande, verzekerden het graf met de wacht, den steen verzegeld hebbende.
En als zij heengingen, ziet, enigen van de wacht kwamen in de stad, en boodschapten den overpriesters al de dingen, die geschied waren.
En Hij gebood hun, zeggende: Ziet toe, wacht u van den zuurdesem der Farizeen, en van den zuurdesem van Herodes.
En Hij zeide tot hen in Zijn leer: Wacht u voor de schriftgeleerden, die daar gaarne willen wandelen in lange klederen, en gegroet zijn op de markten;
Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der Farizeen, welke is geveinsdheid.
En Hij zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want het is niet in den overvloed gelegen, dat iemand leeft uit zijn goederen.
Wacht uzelven. En indien uw broeder tegen u zondigt, zo bestraf hem; en indien het hem leed is, zo vergeef het hem.
Wacht u van de Schriftgeleerden, die daar willen wandelen in lange klederen, en beminnen de groetingen op de markten, en de voorgestoelten in de synagogen, en de vooraanzittingen in de maaltijden;
En wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens over kome.
En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem.
Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel.
Van welken wacht gij u ook, want hij heeft onze woorden zeer tegengestaan.
Gij dan, geliefden, zulks te voren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid;
Verwante onderwerpen
- Bewust Zijn
- Bijbelteksten Wachten Tot Het Huwelijk
- De Wederkomst, Plotseling En Onverwacht
- Een Baby Verwachten
- Gebrek Aan Verwachting
- Geven Zonder Verwachtingen
- Gezuurd
- God Die Wacht
- God Houdt De Wacht
- Houdingen Tijdens Het Wachten Op De Wederkomst
- Hypocrisie Tonen
- Levensverwachting Na De Zondvloed
- Levensverwachting Vandaag
- Levensverwachting Voor De Zondvloed
- Lijfwachten
- Man Die De Wacht Houdt
- Mensen Die Wachten
- Poortwachters
- Verwachtingen
- Waakzaamheid Van Gelovigen
- Waarschuwing
- Wachten
- Wachten Aan Poorten
- Wachten Op De Heer
- Wachten Op De Wederkomst
- Wachten Op God
- Wachten Op Gods Timing
- Wachter
- Zenuwachtigheid
- Zij Die Wachten Op God