'Waren' in de Bijbel
Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren.
Daarna wende ik mij, en zag aan al de onderdrukkingen, die onder de zon geschieden; en ziet, er waren de tranen der verdrukten, en dergenen, die geen trooster hadden; en aan de zijde hunner verdrukkers was macht, zij daarentegen hadden geen vertrooster.
Dies prees ik de doden, die alrede gestorven waren, boven de levenden, die tot nog toe levend zijn.
Indien een man honderd kinderen gewon, en vele jaren leefde, zodat de dagen zijner jaren veel waren, doch zijn ziel niet verzadigd werd van het goed, en hij ook geen begrafenis had; ik zeg, dat een misdracht beter is dan hij.
Alzo heb ik ook gezien de goddelozen, die begraven waren, en degenen, die kwamen, en uit de plaats des Heiligen gingen, die werden vergeten in die stad, in dewelke zij recht gedaan hadden. Dit is ook ijdelheid.
Er was een kleine stad, en weinig lieden waren daarin; en een groot koning kwam tegen haar, en hij omsingelde ze, en hij bouwde grote vastigheden tegen haar.
Toen zeide ik: Wijsheid is beter dan kracht, hoewel de wijsheid des armen veracht, en zijn woorden niet waren gehoord geweest.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (93)
- Exodus (54)
- Leviticus (2)
- Numberi (118)
- Deuteronomium (19)
- Jozua (50)
- Richteren (50)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (49)
- 2 Samuël (42)
- 1 Koningen (64)
- 2 Koningen (48)
- 1 Kronieken (243)
- 2 Kronieken (80)
- Ezra (22)
- Nehemia (48)
- Esther (17)
- Job (12)
- Psalmen (27)
- Spreuken (2)
- Prediker (7)
- Hooglied (1)
- Jesaja (10)
- Jeremia (40)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (94)
- Daniël (17)
- Amos (2)
- Obadja (2)
- Jona (2)
- Nahum (1)
- Habakuk (1)
- Zacharia (8)