'Was' in de Bijbel
Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte;
Want ik was mijns vaders zoon, teder, en een enige voor het aangezicht mijner moeder.
Deze was woelachtig en wederstrevig, haar voeten bleven in haar huis niet;
Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water;
Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren.
Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef;
Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende;
En ziet, hij was gans opgeschoten van distelen; zijn gedaante was met netelen bedekt, en zijn stenen scheidsmuur was afgebroken.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (226)
- Exodus (84)
- Leviticus (20)
- Numberi (125)
- Deuteronomium (19)
- Jozua (73)
- Richteren (109)
- Ruth (14)
- 1 Samuël (139)
- 2 Samuël (123)
- 1 Koningen (184)
- 2 Koningen (136)
- 1 Kronieken (186)
- 2 Kronieken (168)
- Ezra (18)
- Nehemia (46)
- Esther (44)
- Job (32)
- Psalmen (54)
- Spreuken (8)
- Prediker (14)
- Hooglied (5)
- Jesaja (41)
- Jeremia (58)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (144)
- Daniël (46)
- Hosea (5)
- Amos (5)
- Obadja (1)
- Jona (7)
- Micha (3)
- Nahum (2)
- Habakuk (3)
- Zacharia (11)
- Maleachi (3)
- Mattheüs (68)
- Markus (89)
- Lukas (135)
- Johannes (136)
- Handelingen (138)
- Romeinen (16)
- 1 Corinthiërs (7)
- 2 Corinthiër (9)
- Galaten (12)
- Filippenzen (5)
- Colossenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (1)
- Filémon (1)
- Hebreeën (28)
- Jakobus (2)
- 1 Petrus (1)
- 2 Petrus (3)
- 1 Johannes (3)
- Openbaring (58)