'Wel' in de Bijbel
Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.
Zeggende: Wij vonden wel den kerker met alle verzekerdheid toegesloten, en de wachters buiten staande voor de deuren; maar als wij die geopend hadden, vonden wij niemand daarbinnen.
En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende.
En ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gijlieden zult gedoopt worden met den Heiligen Geest.
Want David, als hij in zijn tijd den raad Gods gediend had, is ontslapen, en is bij zijn vaderen gelegd; en heeft wel verderving gezien;
Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel.
Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus.
En die met mij waren, zagen wel het licht, en werden zeer bevreesd; maar de stem Desgenen, Die tot mij sprak, hoorden zij niet.
En Paulus zeide: Ik sta voor den rechterstoel des keizers, waar ik geoordeeld moet worden; den Joden heb ik geen onrecht gedaan; gelijk gij ook zeer wel weet.
En Agrippa zeide tot Festus: Ik wilde ook zelf dien mens wel horen. En hij zeide: Morgen zult gij hem horen.
En Paulus zeide: Ik wenste wel van God, dat, en bijna en geheellijk, niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen wierden, gelijk als ik ben, uitgenomen deze banden.
En als men langen tijd zonder eten geweest was, toen stond Paulus op in het midden van hen, en zeide: O mannen, men behoorde mij wel gehoor gegeven te hebben, en van Kreta niet afgevaren te zijn, en dezen hinder en deze schade verhoed te hebben;
Maar wij begeren wel van u te horen, wat gij gevoelt; want wat deze sekte aangaat, ons is bekend, dat zij overal tegengesproken wordt.
En sommigen geloofden wel, hetgeen gezegd werd, maar sommigen geloofden niet.
En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen,
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (14)
- Exodus (4)
- Leviticus (4)
- Numberi (2)
- Deuteronomium (12)
- Jozua (4)
- Richteren (3)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (9)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (3)
- 2 Koningen (12)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (3)
- Nehemia (4)
- Esther (2)
- Job (2)
- Psalmen (19)
- Spreuken (6)
- Prediker (2)
- Hooglied (1)
- Jesaja (9)
- Jeremia (15)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (9)
- Daniël (5)
- Hosea (3)
- Amos (1)
- Micha (3)
- Nahum (2)
- Zefanja (1)
- Mattheüs (20)
- Markus (12)
- Lukas (11)
- Johannes (12)
- Handelingen (15)
- Romeinen (16)
- 1 Corinthiërs (17)
- 2 Corinthiër (4)
- Galaten (1)
- Filippenzen (6)
- Colossenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (4)
- 2 Timotheüs (1)
- Titus (1)
- Filémon (1)
- Hebreeën (13)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (6)
- 2 Petrus (1)
- Judas (1)