'Zag' in de Bijbel
Want David zegt van Hem: Ik zag den Heere allen tijd voor mij; want Hij is aan mijn rechter hand, opdat ik niet bewogen worde.
Maar hij, vol zijnde des Heiligen Geestes, en de ogen houdende naar den hemel, zag de heerlijkheid Gods, en Jezus, staande ter rechter hand Gods.
En als Simon zag, dat, door de oplegging van de handen der apostelen de Heilige Geest gegeven werd, zo bood hij hun geld aan,
En toen zij uit het water waren opgekomen, nam de Geest des Heeren Filippus weg, en de kamerling zag hem niet meer; want hij reisde zijn weg met blijdschap.
En Saulus stond op van de aarde; en als hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij, hem bij de hand leidende, brachten hem te Damaskus.
En hij was drie dagen, dat hij niet zag, en at niet, en dronk niet.
Deze zag in een gezicht klaarlijk, omtrent de negende ure des daags, een engel Gods tot hem inkomen, en tot hem zeggende: Cornelius!
En hij zag den hemel geopend, en een zeker vat tot hem nederdalen, gelijk een groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden, en nedergelaten op de aarde;
Ik was in de stad Joppe, biddende en zag in een vertrekking van zinnen een gezicht, namelijk een zeker vat, gelijk een groot linnen laken, nederdalende, bij de vier hoeken nedergelaten uit den hemel, en het kwam tot bij mij;
Op welk laken als ik de ogen hield, zo merkte ik, en zag de viervoetige dieren der aarde, en de wilde, en de kruipende dieren, en de vogelen des hemels.
En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde broden);
En uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag.
Als de stadhouder zag, hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren.
En als ik vanwege de heerlijkheid deszelven lichts niet zag, zo werd ik bij de hand geleid van degenen, die met mij waren, en kwam te Damaskus.
En dat ik Hem zag, en Hij tot mij zeide: Spoed u, en ga in der haast uit Jeruzalem; want zij zullen uw getuigenis van Mij niet aannemen.
Zag ik, o koning, in het midden van den dag, op den weg een licht, boven den glans der zon, van den hemel mij en degenen, die met mij reisden, omschijnende.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (60)
- Exodus (21)
- Leviticus (1)
- Numberi (14)
- Deuteronomium (3)
- Jozua (3)
- Richteren (11)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (19)
- 2 Samuël (18)
- 1 Koningen (11)
- 2 Koningen (17)
- 1 Kronieken (8)
- 2 Kronieken (8)
- Nehemia (3)
- Esther (4)
- Job (6)
- Psalmen (3)
- Spreuken (2)
- Prediker (10)
- Jesaja (7)
- Jeremia (8)
- Ezechiël (30)
- Daniël (22)
- Hosea (2)
- Amos (1)
- Jona (2)
- Habakuk (2)
- Zacharia (6)