'Zag' in de Bijbel
Voorts geschiedde het, als Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen ophief, en zag toe, en ziet, er stond een Man tegenover hem, Die een uitgetogen zwaard in Zijn hand had. En Jozua ging tot Hem, en zeide tot Hem: Zijt Gij van ons, of van onze vijanden?
Want ik zag onder den roof een schoon sierlijk Babylonisch overkleed, en tweehonderd sikkelen zilvers, en een gouden tong, welker gewicht was vijftig sikkelen; en ik kreeg lust daartoe, en ik nam ze; en zie, zij zijn verborgen in de aarde, in het midden mijner tent, en het zilver daaronder.
En het geschiedde, toen de koning van Ai dat zag, zo haastten zij en maakten zich vroeg op, en de mannen der stad kwamen uit, Israel tegemoet, ten strijde, hij en al zijn volk, ter bestemder tijd, voor het vlakke veld; want hij wist niet, dat hem iemand een achterlage legde van achter de stad.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (60)
- Exodus (21)
- Leviticus (1)
- Numberi (14)
- Deuteronomium (3)
- Jozua (3)
- Richteren (11)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (19)
- 2 Samuël (18)
- 1 Koningen (11)
- 2 Koningen (17)
- 1 Kronieken (8)
- 2 Kronieken (8)
- Nehemia (3)
- Esther (4)
- Job (6)
- Psalmen (3)
- Spreuken (2)
- Prediker (10)
- Jesaja (7)
- Jeremia (8)
- Ezechiël (30)
- Daniël (22)
- Hosea (2)
- Amos (1)
- Jona (2)
- Habakuk (2)
- Zacharia (6)