7 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zeg' in de Bijbel

Ga heen, en treed in tot den koning David, en zeg tot hem: Hebt gij niet, mijn heer koning, uw dienstmaagd gezworen, zeggende: Voorzeker, uw zoon Salomo zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten! Waarom dan is Adonia koning?

VersbegrippenZittenTroon

Zeg tot Rehabeam, den zoon van Salomo, den koning van Juda, en tot het ganse huis van Juda en Benjamin, en overige des volks, zeggende:

Ga heen, zeg Jerobeam: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Daarom, dat Ik u verheven heb uit het midden des volks, en u tot een voorganger over Mijn volk Israel gesteld heb;

VersbegrippenNederigheidPromotieGod Verheft De Mens

Hij zeide: Ik ben het; ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is hier.

VersbegrippenDat Ben IkIn De Tegenwoordigheid Van De Mens

En nu zegt gij: Ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is hier.

VersbegrippenIn De Tegenwoordigheid Van De Mens

En nu zegt gij: Ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is hier, en hij zou mij doodslaan.

VersbegrippenIn De Tegenwoordigheid Van De Mens

En het geschiedde op de zevende maal, dat hij zeide: Zie, een kleine wolk, als eens mans hand, gaat op van de zee. En hij zeide: Ga op, zeg tot Achab: Span aan, en kom af, dat u de regen niet ophoude.

VersbegrippenStrijdwagensKleinheidKleine Dingen Die God GebruiktKleine DingenHet Vermijden Van Tegenwerking

Public domain