52 Bijbelverzen over Waarde

Meest relevante verzen

Leviticus 27:4

Maar is het een vrouw, dan zal uw schatting zijn dertig sikkelen.

Spreuken 20:14

Het is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen; maar als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen.

Mattheüs 13:46

Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve.

Job 13:4

Want gewisselijk, gij zijt leugenstoffeerders; gij allen zijt nietige medicijnmeesters.

Handelingen 19:19

Velen ook dergenen, die ijdele kunsten gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde derzelve, en bevonden vijftig duizend zilveren penningen.

Jesaja 53:3

Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.

Leviticus 27:23

Zo zal de priester hem rekenen de som uwer schatting tot het jubeljaar; en hij zal op denzelven dag uw schatting geven, een heiligheid den HEERE.

Spreuken 10:20

De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig waard.

Leviticus 27:12

En de priester zal dat schatten, naar dat het goed of kwaad is; naar uw schatting, priester! zo zal het zijn.

Job 28:13

De mens weet haar waarde niet, en zij wordt niet gevonden in het land der levenden.

Psalmen 49:8

(Want de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden);

Johannes 12:5

Waarom is deze zalf niet verkocht voor driehonderd penningen, en den armen gegeven?

Leviticus 27:7

En is het van een, die zestig jaren oud is en daarboven, is het een man, zo zal uw schatting zijn vijftien sikkelen, en voor een vrouw tien sikkelen.

Psalmen 19:10

Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.

Deuteronomium 11:18

Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen;

Leviticus 27:31

Maar zo iemand van zijn tienden immer iets lossen zal, hij zal zijn vijfde deel daarboven toedoen.

Spreuken 27:26

De lammeren zullen zijn tot uw kleding, en de bokken de prijs des velds.

Psalmen 49:7

Niemand van hen zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven;

Hebreeën 4:2

Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben.

Job 28:15

Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen.

Prediker 7:12

Want de wijsheid is tot een schaduw, en het geld is tot een schaduw; maar de uitnemendheid der wetenschap is, dat de wijsheid haar bezitters het leven geeft.

Leviticus 27:16

Indien ook iemand van den akker zijner bezitting den HEERE wat geheiligd zal hebben, zo zal uw schatting zijn naar zijn zaad; een homer gerstezaad zal zijn op vijftig sikkelen zilvers.

Galaten 5:2

Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn.

Romeinen 4:14

Want indien degenen, die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, zo is het geloof ijdel geworden, en de beloftenis te niet gedaan.

Psalmen 44:12

Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet.

Leviticus 27:22

En indien hij den HEERE een akker heeft geheiligd, dien hij gekocht heeft, en niet is van den akker zijner bezitting;

Never miss a post

Public domain