4 Bijbelverzen over Walvissen
Meest relevante verzen
Genesis 1:21
En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
Job 7:12
Ben ik dan een zee, of walvis, dat Gij om mij wachten zet?
Ezechiël 32:2
Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeen, en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren.
Psalmen 104:26
Daar wandelen de schepen, en de Leviathan, dien Gij geformeerd hebt, om daarin te spelen.