1 Corinthiërs 12:17

Ware het gehele lichaam het oog, waar zou het gehoor zijn? Ware het gehele lichaam gehoor, waar zou de reuk zijn?

1 Samuël 9:9

(Eertijds zeide een ieder aldus in Israel, als hij ging om God te vragen: Komt en laat ons gaan tot den ziener; want die heden een profeet genoemd wordt, die werd eertijds een ziener genoemd.)

Psalmen 94:9

Zou Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?

Psalmen 139:13-16

Want Gij bezit mijn nieren; Gij hebt mij in mijner moeders buik bedekt.

Spreuken 20:12

Een horend oor, en een ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide.

1 Corinthiërs 12:21

En het oog kan niet zeggen tot de hand: Ik heb u niet van node; of wederom het hoofd tot de voeten: Ik heb u niet van node.

1 Corinthiërs 12:29

Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen leraars? Zijn zij allen krachten?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd