Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
En Azaria, de zoon van Nathan, was over de bestelmeesters; en Zabud, de zoon van Nathan, was overambtman, des konings vriend.
New American Standard Bible
and Azariah the son of Nathan was over the deputies; and Zabud the son of Nathan, a priest, was the king's friend;
Kruisreferenties
2 Samuël 15:37
Alzo kwam Husai, Davids vriend, in de stad; en Absalom kwam te Jeruzalem.
2 Samuël 16:16
En het geschiedde, als Husai, de Archiet, Davids vriend, tot Absalom kwam, dat Husai tot Absalom zeide: De koning leve, de koning leve!
1 Kronieken 27:33
En Achitofel was raad des konings; en Husai, de Archiet, was des konings vriend.
2 Samuël 7:2
Zo zeide de koning tot den profeet Nathan: Zie toch, ik woon in een cederen huis, en de ark Gods woont in het midden der gordijnen.
2 Samuël 8:18
Er was ook Benaja, zoon van Jojada, met de Krethi en de Plethi; maar Davids zonen waren prinsen.
2 Samuël 12:1-15
En de HEERE zond Nathan tot David. Als die tot hem inkwam, zeide hij tot hem: Er waren twee mannen in een stad, de een rijk en de ander arm.
2 Samuël 12:25
En zond heen door de hand van den profeet Nathan, en noemde zijn naam Jedid-Jah, om des HEEREN wil.
2 Samuël 19:37-38
Laat toch uw knecht wederkeren, dat ik sterve in mijn stad, bij het graf mijns vaders en mijner moeder; maar zie, daar is uw knecht Chimham, laat dien met mijn heer den koning overtrekken, en doe hem, wat goed is in uw ogen.
2 Samuël 20:26
En ook was Ira, de Jairiet, Davids opperofficier.
1 Koningen 1:10-53
Maar Nathan, den profeet, en Benaja, en de helden, en Salomo, zijn broeder, noodde hij niet.
1 Koningen 4:7
En Salomo had twaalf bestelmeesters over gans Israel, die den koning en zijn huis verzorgden; voor elk was een maand in het jaar om te verzorgen.
Spreuken 22:11
Die de reinheid des harten liefheeft, wiens lippen aangenaam zijn, diens vriend is de koning.
Johannes 13:23
En een van Zijn discipelen was aanzittende in den schoot van Jezus, welken Jezus liefhad.
Johannes 15:14-15
Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.
Jakobus 2:23
En de Schrift is vervuld geworden, die daar zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God genaamd geweest.