1 Samuël 19:10

Saul nu zocht met de spies David aan den wand te spitten, doch hij ontweek van het aangezicht van Saul, die met de spies in den wand sloeg. Toen vlood David, en ontkwam in dienzelfden nacht.

1 Samuël 20:33

Toen schoot Saul de spies op hem, om hem te slaan. Alzo merkte Jonathan, dat dit ten volle bij zijn vader besloten was, David te doden.

1 Samuël 18:11

En Saul schoot de spies, en zeide: Ik zal David aan den wand spitten; maar David wendde zich tweemaal van zijn aangezicht af.

1 Samuël 19:6

Saul nu hoorde naar de stem van Jonathan; en Saul zwoer: zo waarachtig als de HEERE leeft, hij zal niet gedood worden!

Job 5:14-15

Des daags ontmoeten zij de duisternis, en gelijk des nachts tasten zij in de middag.

Psalmen 18:17

Hij verloste mij van mijn sterken vijand, en van mijn haters, omdat zij machtiger waren dan ik.

Psalmen 34:19

Resch. Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen; maar uit alle die redt hem de HEERE.

Psalmen 124:7

Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen.

Spreuken 21:30

Er is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE.

Jesaja 54:17

Alle instrument, dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken, en alle tong, die in gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen; dit is de erve der knechten des HEEREN, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE.

Hosea 6:4

Wat zal Ik u doen, o Efraim! wat zal Ik u doen, o Juda! dewijl uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat.

Mattheüs 10:23

Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.

Mattheüs 12:43-45

En wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet.

Lukas 4:30

Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg.

Lukas 11:24-26

Wanneer de onreine geest van den mens uitgevaren is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, daar ik uitgevaren ben.

Johannes 10:39

Zij zochten dan wederom Hem te grijpen, en Hij ontging uit hun hand.

2 Petrus 2:20-22

Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd