1 Timotheüs 6:21

Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen.

2 Timotheüs 2:18

Die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof.

Colossenzen 4:18

De groetenis met mijn hand, van Paulus. Gedenkt mijn banden. De genade zij met u. Amen.

1 Timotheüs 1:19

Houdende het geloof, en een goed geweten, hetwelk sommigen verstoten hebbende, van het geloof schipbreuk geleden hebben;

Mattheüs 6:13

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen.

Romeinen 1:7

Allen, die te Rome zijt, geliefden Gods, en geroepen heiligen, genade zij u, en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

Romeinen 16:20

En de God des vredes zal den satan haast onder uw voeten verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.

Romeinen 16:23

U groet Gajus, de huiswaard van mij en van de gehele Gemeente. U groet Erastus, de rentmeester der stad, en de broeder Quartus.

1 Timotheüs 1:6

Van dewelke sommigen afgeweken zijnde, zich gewend hebben tot ijdelspreking;

1 Timotheüs 6:10

Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken.

2 Timotheüs 4:22

De Heere Jezus Christus zij met uw geest. De genade zij met ulieden. Amen.

Titus 3:15

Die met mij zijn, groeten u allen. Groet ze, die ons liefhebben in het geloof. De genade zij met u allen. Amen.

Hebreeën 10:1-12

Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.

Hebreeën 13:25

De genade zij met u allen. Amen.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain