2 Kronieken 33:1

Manasse was twaalf jaren oud, als hij koning werd, en regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem.

2 Koningen 21:1-18

Manasse was twaalf jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Hefzi-bah.

1 Kronieken 3:13

Zijn zoon was Achaz; zijn zoon was Hizkia; zijn zoon was Manasse;

2 Kronieken 32:33

En Jehizkia ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in het hoogste van de graven der zonen van David; daartoe deden gans Juda en de inwoners van Jeruzalem hem eer aan in zijn dood; en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats.

2 Kronieken 34:1-2

Josia was acht jaren oud, toen hij koning werd, en regeerde een en dertig jaren te Jeruzalem.

Prediker 10:16

Wee u, land! welks koning een kind is, en welks vorsten tot in den morgenstond eten!

Jesaja 3:4

En Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten, en kinderen zullen over hen heersen;

Jesaja 3:12

De drijvers Mijns volks zijn kinderen, en vrouwen heersen over hetzelve. O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en den weg uwer paden slokken zij in.

Mattheüs 1:10

En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain