Deuteronomium 21:6
En alle oudsten derzelver stad, die naast aan den verslagene zijn, zullen hun handen wassen over deze jonge koe, die in dat dal de nek doorgehouwen is;
Psalmen 26:6
Ik was mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE!
Psalmen 73:13
Immers heb ik tevergeefs mijn hart gezuiverd, en mijn handen in onschuld gewassen.
Job 9:30
Indien ik mij wasse met sneeuwwater, en mijn handen zuivere met zeep;
Psalmen 19:12
Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen.
Psalmen 51:2
Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.
Psalmen 51:7
Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.
Psalmen 51:14
Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.
Jeremia 2:22
Want, al wiest gij u met salpeter, en naamt u veel zeep, zo is toch uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend, spreekt de Heere HEERE.
Mattheüs 27:24-25
Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.
Hebreeën 9:10
Bestaande alleen in spijzen, en dranken, en verscheidene wassingen en rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den tijd der verbetering opgelegd.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd