Ezechiël 12:18

Mensenkind, gij zult uw brood eten met beven, en uw water zult gij met beroerte en met kommer drinken.

Leviticus 26:26

Als Ik u den staf des broods zal gebroken hebben, dan zullen tien vrouwen uw brood in een oven bakken, en zullen uw brood bij het gewicht wedergeven; en gij zult eten, maar niet verzadigd worden.

Leviticus 26:36

En aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven blad hen jagen zal, en zij zullen vlieden, gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt.

Deuteronomium 28:48

Zo zult gij uw vijanden, die de HEERE onder u zenden zal, dienen, in honger en in dorst, en in naaktheid, en in gebrek van alles; en Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat Hij u verdelge.

Deuteronomium 28:65

Daartoe zult gij onder dezelve volken niet stil zijn, en uw voetzool zal geen rust hebben; want de HEERE zal u aldaar een bevend hart geven, en bezwijking der ogen, en mattigheid der ziel.

Job 3:24

Want voor mijn brood komt mijn zuchting; en mijn brullingen worden uitgestort als water.

Psalmen 60:2-3

Gij hebt het land geschud, Gij hebt het gespleten; genees zijn breuken, want het wankelt.

Psalmen 80:5

Gij spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit een drieling.

Psalmen 102:4-9

Mijn hart is geslagen en verdord als gras, zodat ik vergeten heb mijn brood te eten.

Klaagliederen 5:9

Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen, vanwege het zwaard der woestijn.

Ezechiël 4:16-17

Daarna zeide Hij tot mij: Gij mensenkind, zie, Ik breek den staf des broods in Jeruzalem, en zij zullen het brood met gewicht en met kommer eten, en het water met zekere maat en met verbaasdheid drinken;

Ezechiël 23:33

Van dronkenschap en jammer zult gij vol worden; de beker van uw zuster Samaria is een beker der verwoesting en der eenzaamheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain