Handelingen 5:26

Toen ging de hoofdman heen, met de dienaren, en bracht hen, doch niet met geweld (want zij vreesden het volk, opdat zij niet gestenigd wierden).

Handelingen 5:13

En van de anderen durfde niemand zich bij hen voegen; maar het volk hield hen in grote achting.

Handelingen 4:21

Maar zij dreigden hen nog meer, en lieten ze gaan, niets vindende, hoe zij hen straffen zouden, om des volks wil; want zij verheerlijkten allen God over hetgeen er geschied was.

Mattheüs 14:5

En willende hem doden, vreesde hij het volk, omdat zij hem hielden voor een profeet.

Mattheüs 21:26

En indien wij zeggen: Uit de mensen: zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet.

Mattheüs 26:5

Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder het volk.

Lukas 20:6

En indien wij zeggen: Uit de mensen; zo zal ons al het volk stenigen; want zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet was.

Lukas 20:19

En de overpriesteren en de Schriftgeleerden zochten te dierzelver ure de handen aan Hem te slaan; maar zij vreesden het volk; want zij verstonden, dat Hij deze gelijkenis tegen hen gesproken had.

Lukas 22:2

En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk.

Handelingen 5:24

Toen nu de hoge priester en de hoofdman des tempels, en de overpriesters deze woorden hoorden, werden zij twijfelmoedig over hen, wat toch dit worden zou.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd