3 Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE; zeg tot Hem: Neem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen wij betalen de varren onzer lippen.
3 “Assyria will not save us,We will not ride on horses;Nor will we say again, ‘Our god,’To the work of our hands;For in You the orphan finds mercy.”
8 Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen als koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.
8 O Ephraim, what more have I to do with idols?It is I who answer and look after you.I am like a luxuriant cypress;From Me comes your fruit.
9 Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. [ (Hosea 14:10) Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen. ]
9 Whoever is wise, let him understand these things;Whoever is discerning, let him know them.For the ways of the Lord are right,And the righteous will walk in them,But transgressors will stumble in them.