Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en uw blijdschap in bedroefdheid.
New American Standard Bible
Be miserable and mourn and weep; let your laughter be turned into mourning and your joy to gloom.
Kruisreferenties
Lukas 6:25
Wee u, die verzadigd zijt, want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij zult treuren en wenen.
Spreuken 14:13
Het hart zal ook in het lachen smart hebben; en het laatste van die blijdschap is droefheid.
Mattheüs 5:4
Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.
Job 30:31
Hierom is mijn harp tot een rouwklage geworden, en mijn orgel tot een stem der wenenden.
Psalmen 119:67
Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord.
Psalmen 119:71
Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.
Psalmen 119:136
Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.
Psalmen 126:5-6
Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
Prediker 2:2
Tot het lachen zeide ik: Gij zijt onzinnig, en tot de vreugde: Wat maakt deze?
Prediker 7:2-6
Het is beter te gaan in het klaaghuis, dan te gaan in het huis des maaltijds; want in hetzelve is het einde aller mensen, en de levende legt het in zijn hart.
Jesaja 22:12-13
En te dien dage zal de Heere, de HEERE der heirscharen, roepen tot geween, en tot rouwklage, en tot kaalheid, en tot omgording des zaks.
Jeremia 31:9
Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken, in een rechten weg, waarin zij zich niet zullen stoten; want Ik ben Israel tot een Vader, en Efraim is Mijn eerstgeborene.
Jeremia 31:13
Dan zal zich de jonkvrouw verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden te zamen; want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen verblijden naar hun droefenis.
Jeremia 31:18-20
Ik heb wel gehoord, dat zich Efraim beklaagt, zeggende: Gij hebt mij getuchtigd, en ik ben getuchtigd geworden als een ongewend kalf. Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn, want Gij zijt de HEERE, mijn God!
Klaagliederen 5:15
De vreugde onzes harten houdt op, onze rei is in treurigheid veranderd.
Ezechiël 7:16
En hun ontkomenden zullen wel ontkomen, maar zij zullen op de bergen zijn, zij allen zullen zijn gelijk duiven der dalen, kermende, een ieder om zijn ongerechtigheid.
Ezechiël 16:63
Opdat gij het gedachtig zijt, en u schaamt, en niet meer uw mond opent vanwege uw schande, wanneer Ik voor u verzoening doen zal over al hetgeen gij gedaan hebt, spreekt de Heere HEERE.
Zacharia 12:10-14
Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene.
Lukas 6:21
Zalig zijt gij, die nu hongert; want gij zult verzadigd worden. Zalig zijt gij, die nu weent; want gij zult lachen.
Lukas 16:25
Maar Abraham zeide: Kind, gedenk, dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten.
2 Corinthiër 7:10-11
Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid; maar de droefheid der wereld werkt den dood.
Jakobus 5:1-2
Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.
Openbaring 18:7-8
Zoveel als zij zichzelve verheerlijkt heeft, en weelde gehad heeft, zo grote pijniging en rouw doet haar aan; want zij zegt in haar hart: Ik zit als een koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien.