Job 11:3
Zouden uw leugenen de lieden doen zwijgen, en zoudt gij spotten, en niemand u beschamen?
Job 17:2
Zijn niet bespotters bij mij, en overnacht niet mijn oog in hunlieder verbittering?
Job 12:4
Ik ben het, die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige en oprechte is een spot.
Job 13:4
Want gewisselijk, gij zijt leugenstoffeerders; gij allen zijt nietige medicijnmeesters.
Job 13:9
Zal het goed zijn, als Hij u zal onderzoeken? Zult gij met Hem spotten, gelijk men met een mens spot?
Job 15:2-3
Zal een wijs man winderige wetenschap voor antwoord geven, en zal hij zijn buik vullen met oostenwind?
Job 21:3
Verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan.
Job 24:25
Indien het nu zo niet is, wie zal mij leugenachtig maken, en mijn rede tot niet brengen?
Job 34:7
Wat man is er, gelijk Job? Hij drinkt de bespotting in als water;
Psalmen 35:16
Onder de huichelende spotachtige tafelbroeders knersten zij over mij met hun tanden.
Psalmen 83:16
Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken.
Jeremia 15:17
Ik heb in den raad der bespotters niet gezeten, noch ben van vreugde opgesprongen; vanwege Uw hand heb ik alleen gezeten, want Gij hebt mij met gramschap vervuld.
2 Thessalonicenzen 3:14
Maar indien iemand ons woord, door deze brief geschreven, niet gehoorzaam is, tekent dien; en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde;
Titus 2:8
Het woord gezond en onverwerpelijk, opdat degene, die daartegen is, beschaamd worde, en niets kwaads hebbe van ulieden te zeggen.
Judas 1:18
Dat zij u gezegd hebben, dat er in den laatsten tijd spotters zullen zijn, die naar hun goddeloze begeerlijkheden wandelen zullen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd