Job 13:19

Wie is hij, die met mij twist? Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven.

Job 7:11

Zo zal ik ook mijn mond niet wederhouden, ik zal spreken in benauwdheid mijns geestes; ik zal klagen in bitterheid mijner ziel.

Job 10:8

Uw handen doen mij smart aan, hoewel zij mij gemaakt hebben, te zamen rondom mij zijn zij, en Gij verslindt mij.

Job 13:13

Houdt stil van mij, opdat ik spreke, en er ga over mij, wat het zij.

Job 19:5

Indien gijlieden waarlijk u verheft tegen mij, en mijn smaad tegen mij drijft;

Job 33:5-7

Zo gij kunt, antwoord mij; schik u voor mijn aangezicht, stel u.

Job 33:32

Zo er redenen zijn, antwoord mij; spreek, want ik heb lust u te rechtvaardigen.

Jesaja 50:7-8

Want de Heere HEERE helpt Mij, daarom word Ik niet te schande; daarom heb Ik Mijn aangezicht gesteld als een keisteen, want Ik weet, dat Ik niet zal beschaamd worden.

Jeremia 20:9

Dies zeide ik: Ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen, maar konde niet.

Romeinen 8:33

Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain