Job 15:22

Hij gelooft niet uit de duisternis weder te keren, maar dat hij beloerd wordt ten zwaarde.

2 Koningen 6:33

Als hij nog met hen sprak, ziet, zo kwam de bode tot hem af; en hij zeide: Zie, dat kwaad is van den HEERE; wat zou ik verder op den HEERE wachten?

Job 6:11

Wat is mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde, dat ik mijn leven verlengen zou?

Job 9:16

Indien ik roep, en Hij mij antwoordt; ik zal niet geloven, dat Hij mijn stem ter ore genomen heeft.

Job 19:29

Schroomt u vanwege het zwaard; want de grimmigheid is over de misdaden des zwaards; opdat gij weet, dat er een gericht zij.

Job 20:24-25

Hij zij gevloden van de ijzeren wapenen, de stalen boog zal hem doorschieten.

Job 27:14

Indien zijn kinderen vermenigvuldigen, het is ten zwaarde; en zijn spruiten zullen van brood niet verzadigd worden.

Jesaja 8:21-22

En een ieder van hen zal daar doorgaan, hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, wanneer hem hongert, en hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn koning en op zijn God, als hij opwaarts zal zien;

Mattheüs 27:5

En als hij de zilveren penningen in den tempel geworpen had, vertrok hij, en heengaande verworgde zichzelven.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain