Job 18:3
Waarom worden wij geacht als beesten, en zijn onrein in ulieder ogen?
Psalmen 73:22
Toen was ik onvernuftig, en wist niets; ik was een groot beest bij U.
Job 12:7-8
En waarlijk, vraag toch de beesten, en elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven.
Job 17:4
Want hun hart hebt Gij van kloek verstand verborgen; daarom zult Gij hen niet verhogen.
Job 17:10
Maar toch gij allen, keert weder, en komt nu; want ik vind onder u geen wijze.
Prediker 3:18
Ik zeide in mijn hart van de positie der mensenkinderen, dat God hen zal verklaren, en dat zij zullen zien, dat zij als de beesten zijn aan zichzelven.
Romeinen 12:10
Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een de ander voorgaande.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd