Job 34:9

Want hij heeft gezegd: Het baat een man niet, als hij welbehagen heeft aan God.

Job 35:3

Want gij hebt gezegd: Wat zou zij u baten? Wat meer voordeel zal ik daarmede doen, dan met mijn zonde?

Job 9:22-23

Dat is een ding, daarom zeg ik: Den oprechte en den goddeloze verdoet Hij.

Job 9:30-31

Indien ik mij wasse met sneeuwwater, en mijn handen zuivere met zeep;

Psalmen 37:4

En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.

Maleachi 3:14

Gij zegt: Het is tevergeefs God te dienen; want wat nuttigheid is het, dat wij Zijn wacht waarnemen, en dat wij in het zwart gaan, voor het aangezicht des HEEREN der heirscharen?

Job 21:14-16

Nochtans zeggen zij tot God: Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust.

Job 21:30

Dat de boze onttrokken wordt ten dage des verderfs; dat zij ten dage der verbolgenheden ontvoerd worden.

Job 22:17

Die zeiden tot God: Wijk van ons! En wat had de Almachtige hun gedaan?

Job 27:10

Zal hij zich verlustigen in den Almachtige? Zal hij God aanroepen te aller tijd?

Treasury of Scripture Knowledge did not add