Job 26:14
Ziet, dit zijn maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje der zaak hebben wij van Hem gehoord? Wie zou dan den donder Zijner mogendheden verstaan?
1 Samuël 2:10
Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden; Hij zal in den hemel over hen donderen; de HEERE zal de einden der aarde richten, en zal Zijn Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen.
Job 4:12
Voorts is tot mij een woord heimelijk gebracht, en mijn oor heeft een weinigje daarvan gevat;
Job 11:7-9
Zult gij de onderzoeking Gods vinden? Zult gij tot de volmaaktheid toe den Almachtige vinden?
Job 36:29
Kan men ook verstaan de uitbreidingen der wolken, en de krakingen Zijner hutte?
Job 40:9
Dan zal Ik ook u loven, omdat uw rechterhand u zal verlost hebben.
Psalmen 29:3
De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
Psalmen 139:6
De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij.
Psalmen 145:3
Gimel. De HEERE is groot en zeer te prijzen, en Zijn grootheid is ondoorgrondelijk.
Jesaja 40:26-29
Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten, en omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet een gemist.
Romeinen 11:33
O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!
1 Corinthiërs 13:9-12
Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd