Job 27:1

En Job ging voort zijn spreuk op te heffen, en zeide:

Numberi 23:7

Toen hief hij zijn spreuk op, en zeide: Uit Syrie heeft mij Balak, de koning der Moabieten, laten halen, van het gebergte tegen het oosten, zeggende: Kom, vervloek mij Jakob, en kom, scheld Israel!

Job 29:1

En Job ging voort zijn spreuk op te heffen, en zeide:

Numberi 24:3

En hij hief zijn spreuk op, en zeide: Bileam, de zoon van Beor, spreekt, en de man, wien de ogen geopend zijn, spreekt!

Numberi 24:15

Toen hief hij zijn spreuk op, en zeide: Bileam, de zoon van Beor, spreekt, en die man, wien de ogen geopend zijn, spreekt!

Psalmen 49:4

Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk; ik zal mijn verborgene rede openen op de harp.

Psalmen 78:2

Ik zal mijn mond opendoen met spreuken; ik zal verborgenheden overvloediglijk uitstorten, van ouds her;

Spreuken 26:7

Hef de benen van den kreupele op; alzo is een spreuk in den mond der zotten.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain