Psalmen 139:6

De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij.

Job 42:3

Wie is hij, zegt Gij, die den raad verbergt zonder wetenschap? Zo heb ik dan verhaald, hetgeen ik niet verstond, dingen, die voor mij te wonderbaar waren, die ik niet wist.

Romeinen 11:33

O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!

Job 11:7-9

Zult gij de onderzoeking Gods vinden? Zult gij tot de volmaaktheid toe den Almachtige vinden?

Job 26:14

Ziet, dit zijn maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje der zaak hebben wij van Hem gehoord? Wie zou dan den donder Zijner mogendheden verstaan?

Psalmen 40:5

Gij, o HEERE, mijn God! hebt Uw wonderen en Uw gedachten aan ons vele gemaakt, men kan ze niet in orde bij U verhalen; zal ik ze verkondigen en uitspreken, zo zijn zij menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen.

Spreuken 30:2-4

Voorwaar, ik ben onvernuftiger dan iemand; en ik heb geen mensenverstand;

Psalmen 13:1

Een psalm van David, voor den opperzangmeester.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain