Job 33:11

Hij legt mijn voeten in den stok; Hij neemt al mijn paden waar.

Job 13:27

Gij legt ook mijn voeten in den stok, en neemt waar al mijn paden; Gij drukt U in de wortelen mijner voeten,

Job 31:4

Ziet Hij niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn treden?

Job 14:16

Maar nu telt Gij mijn treden; Gij bewaart mij niet om mijner zonden wil.

Psalmen 105:18

Men drukte zijn voeten in den stok; zijn persoon kwam in de ijzers.

Jeremia 20:2

Zo sloeg Pashur den profeet Jeremia, en hij stelde hem in de gevangenis, dewelke is in de bovenste poort van Benjamin, die aan het huis des HEEREN is.

Daniël 4:35

En al de inwoners der aarde zijn als niets geacht, en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels en de inwoners der aarde, en er is niemand, die Zijn hand afslaan, of tot Hem zeggen kan: Wat doet Gij?

Handelingen 16:24

Dewelke, zulk een gebod ontvangen hebbende, wierp hen in den binnensten kerker, en verzekerde hun voeten in de stok.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain