Job 35:2
Houdt gij dat voor recht, dat gij gezegd hebt: Mijn gerechtigheid is meerder dan Gods?
Mattheüs 12:36-37
Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels.
Job 9:17
Want Hij vermorzelt mij door een onweder, en vermenigvuldigt mijn wonden zonder oorzaak.
Job 10:7
Het is Uw wetenschap, dat ik niet goddeloos ben; nochtans is er niemand, die uit Uw hand verlosse.
Job 16:17
Daar toch geen wrevel in mijn handen is, en mijn gebed zuiver is.
Job 19:6-7
Weet nu, dat God mij heeft omgekeerd, en mij met Zijn net omsingeld.
Job 27:2-6
Zo waarachtig als God leeft, Die mijn recht weggenomen heeft, en de Almachtige, Die mijner ziel bitterheid heeft aangedaan!
Job 34:5
Want Job heeft gezegd: Ik ben rechtvaardig, en God heeft mijn recht weggenomen.
Job 40:8
Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen!
Lukas 19:22
Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd