Job 4:21
Verreist niet hun uitnemendheid met hen? Zij sterven, maar niet in wijsheid.
Job 36:12
Maar zo zij niet horen, zo gaan zij door het zwaard door, en zij geven den geest zonder kennis.
Job 8:22
Uw haters zullen met schaamte bekleed worden; en de tent der goddelozen zal niet meer zijn.
Job 18:21
Gewisselijk, zodanige zijn de woningen des verkeerden, en dit is de plaats desgenen die God niet kent.
Psalmen 39:5
Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U; immers is een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid. Sela.
Psalmen 39:11
Kastijdt Gij iemand met straffingen om de ongerechtigheid, zo doet Gij zijn bevalligheid smelten als een mot; immers is een ieder mens ijdelheid. Sela.
Psalmen 49:14
Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning.
Psalmen 49:20
[ (Psalms 49:21) De mens, die in waarde is, en geen verstand heeft, wordt gelijk als de beesten, die vergaan. ]
Psalmen 146:3-4
Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is.
Jesaja 2:22
Laat gijlieden dan af van den mens, wiens adem in zijn neus is, want waarin is hij te achten?
Jesaja 14:16
Die u zien zullen, zullen u aanschouwen, zij zullen op u letten, en zeggen: Is dat die man, die de aarde beroerde, die de koninkrijken deed beven?
Lukas 12:20
Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn?
Lukas 16:22-23
En het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham.
Jakobus 1:11
Want de zon is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars aanschijns is vergaan; alzo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd