Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij.

New American Standard Bible

"Will the faultfinder contend with the Almighty? Let him who reproves God answer it."

Kruisreferenties

Job 33:13

Waarom hebt gij tegen Hem getwist? Want Hij antwoordt niet van al Zijn daden.

Job 9:3

Zo Hij lust heeft, om met hem te twisten, niet een uit duizend zal hij Hem beantwoorden.

Job 3:11-12

Waarom ben ik niet gestorven van de baarmoeder af, en heb den geest gegeven, als ik uit den buik voortkwam?

Job 3:20

Waarom geeft Hij den ellendigen het licht, en het leven den bitterlijk bedroefden van gemoed?

Job 3:23

Aan den man, wiens weg verborgen is, en dien God overdekt heeft?

Job 7:12

Ben ik dan een zee, of walvis, dat Gij om mij wachten zet?

Job 7:19-21

Hoe lang keert Gij U niet af van mij, en laat niet van mij af, totdat ik mijn speeksel inzwelge?

Job 9:17-18

Want Hij vermorzelt mij door een onweder, en vermenigvuldigt mijn wonden zonder oorzaak.

Job 9:32-35

Want Hij is niet een man, als ik, dien ik antwoorden zou, zo wij te zamen in het gericht kwamen.

Job 10:3-7

Is het U goed, dat Gij verdrukt, dat Gij verwerpt den arbeid Uwer handen, en over den raad der goddelozen schijnsel geeft?

Job 10:14-17

Indien ik zondig, zo zult Gij mij waarnemen, en van mijn misdaad zult Gij mij niet onschuldig houden.

Job 13:21-27

Doe Uw hand verre van op mij, en Uw verschrikking make mij niet verbaasd.

Job 14:16-17

Maar nu telt Gij mijn treden; Gij bewaart mij niet om mijner zonden wil.

Job 16:11-21

God heeft mij den verkeerde overgegeven, en heeft mij afgewend in de handen der goddelozen.

Job 19:6-11

Weet nu, dat God mij heeft omgekeerd, en mij met Zijn net omsingeld.

Job 27:2

Zo waarachtig als God leeft, Die mijn recht weggenomen heeft, en de Almachtige, Die mijner ziel bitterheid heeft aangedaan!

Job 30:21

Gij zijt veranderd in een wrede tegen mij; door de sterkte Uwer hand wederstaat Gij mij hatelijk.

Prediker 6:10

Wat ook iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het is bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten met dien, die sterker is dan hij.

Jesaja 40:14

Met wien heeft Hij raad gehouden, die Hem verstand zou geven, en Hem zou leren van het pad des rechts, en Hem wetenschap zou leren, en Hem zou bekend maken den weg des veelvoudigen verstands?

Jesaja 45:9-11

Wee dien, die met zijn Formeerder twist, gelijk een potscherf met aarden potscherven! Zal ook het leem tot zijn formeerder zeggen: Wat maakt gij? of zal uw werk zeggen: Hij heeft geen handen?

Jesaja 50:8

Hij is nabij, Die Mij rechtvaardigt, wie zal met Mij twisten? Laat ons te zamen staan; wie heeft een rechtzaak tegen Mij? hij kome herwaarts tot Mij.

Ezechiël 18:2

Wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord gebruikt van het land Israels, zeggende: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden?

Mattheüs 20:11

En dien ontvangen hebbende, murmureerden zij tegen den heer des huizes,

Romeinen 9:19-23

Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan?

Romeinen 11:34-36

Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?

1 Corinthiërs 2:16

Want wie heeft den zin des Heeren gekend, die Hem zou onderrichten? Maar wij hebben den zin van Christus.

1 Corinthiërs 10:22

Of tergen wij den Heere? Zijn wij sterker dan Hij?

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org