Markus 16:8
En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd.
2 Koningen 4:29
En hij zeide tot Gehazi: Gord uw lenden, en neem mijn staf in uw hand, en ga henen; zo gij iemand vindt, groet hem niet; en zo u iemand groet, antwoord hem niet; en leg mijn staf op het aangezicht van den jongen.
Mattheüs 28:8
En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij heen, om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen.
Markus 16:5-6
En in het graf ingegaan zijnde, zagen zij een jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden verbaasd.
Lukas 10:4
Draagt geen buidel, noch male, noch schoenen; en groet niemand op den weg.
Lukas 24:9-11
En wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen.
Lukas 24:22-24
Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn;
Lukas 24:37
En zij verschrikt en zeer bevreesd geworden zijnde, meenden, dat zij een geest zagen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd