Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
De koning van Makkeda, een; de koning van Beth-El, een;
New American Standard Bible
the king of Makkedah, one; the king of Bethel, one;
Kruisreferenties
Jozua 8:17
En er werd niet een man overgelaten, in Ai, noch Beth-El, die niet uittrokken, Israel na; en zij lieten de stad openstaan, en joegen Israel achterna.
Jozua 10:28
Op denzelven dag nam ook Jozua Makkeda in, en sloeg haar met de scherpte des zwaards; daartoe verbande hij derzelver koning, henlieden en alle ziel die daarin was; hij liet geen overigen overblijven; en hij deed den koning van Makkeda, gelijk als hij den koning van Jericho gedaan had.
Richteren 1:22
En het huis van Jozef toog ook op naar Beth-El. En de HEERE was met hen.
Genesis 12:8
En hij brak op van daar naar het gebergte, tegen het oosten van Beth-El, en hij sloeg zijn tent op, zijnde Beth-El tegen het westen, en Ai tegen het oosten; en hij bouwde aldaar den HEERE een altaar, en riep den naam des HEEREN aan.
Genesis 28:19
En hij noemde den naam dier plaats Beth-El; daar toch de naam dier stad te voren was Luz.