1741 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Koning' in de Bijbel

En het geschiedde in de dagen van Amrafel, de koning van Sinear, van Arioch, de koning van Ellasar, van Kedor-Laomer, de koning van Elam, en van Tideal, den koning der volken;

VersbegrippenDe Geschiedenis Van Babylon

Dat zij krijg voerden met Bera, koning van Sodom, en met Birsa, koning van Gomorra, Sinab, koning van Adama, en Semeber, koning van Zeboim, en de koning van Bela, dat is Zoar.

Toen toog de koning van Sodom uit, en de koning van Gomorra, en de koning van Adama, en de koning van Zeboim, en de koning van Bela, dat is Zoar; en zij stelden tegen hen slagorden in het dal Siddim,

VersbegrippenValleien

Tegen Kedor-Laomer, den koning van Elam, en Tideal, den koning der volken, en Amrafel, den koning van Sinear, en Arioch, den koning van Ellasar; vier koningen tegen vijf.

VersbegrippenVier MensenVijf Mensen

En de koning van Sodom toog uit, hem tegemoet (nadat hij wedergekeerd was van het slaan van Kedor-Laomer, en van de koningen, die met hem waren), tot het dal Schave, dat is, het dal des konings.

VersbegrippenBloedbadMensen Ontmoeten

En de koning van Sodom zeide tot Abram: Geef mij de zielen; maar neem de have voor u.

VersbegrippenAbraham, Aard VanSlavernij In OT

Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogste God, Die hemel en aarde bezit;

VersbegrippenMenselijke BeloftesGod In De HogeAlles Behoort Tot God

Als nu Abraham van Sara, zijn huisvrouw, gezegd had: Zij is mijn zuster, zo zond Abimelech, de koning van Gerar, en nam Sara weg.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogTwijfelaarsOnjuiste VoorstellingAndere Mensen NemenBroers En ZussenRelatieproblemenSportenSarahVerjonging

En er was honger in dat land, behalve den eerste honger, die in de dagen van Abraham geweest was; daarom toog Izak tot Abimelech, de koning der Filistijnen, naar Gerar.

VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodOptreden Van God In OTTijden Van Mensen

En het geschiedde, als hij een langen tijd daar geweest was, dat Abimelech, de koning der Filistijnen, ten venster uitkeek, en hij zag, dat, ziet, Izak was jokkende met Rebekka zijn huisvrouw.

VersbegrippenDoor Vensters KijkenNa Een Lange TijdSportenKnuffels

En dit zijn koningen, die geregeerd hebben in het land Edom, eer een koning regeerde over de kinderen Israels.

VersbegrippenHeersers Van Edom

En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker des konings van Egypte en de bakker, zondigden tegen hun heer, tegen den koning van Egypte.

VersbegrippenSchenkerBakkersSoorten Van Kunst En AmbachtenOvertredingButlersAndere Mensen Kwaad Berokkenen

Jozef nu was dertig jaren oud, als hij stond voor het aangezicht van Farao, koning van Egypte; en Jozef ging uit van Farao's aangezicht, en hij toog door gans Egypteland.

VersbegrippenDertigReizenAan Mensen Toegekend Gezag

Daarna stond een nieuwe koning op over Egypte, die Jozef niet gekend had;

VersbegrippenHet VerledenGeen Mensenkennis Hebben

Daarenboven sprak de koning van Egypte tot de vroedvrouwen der Hebreinnen, welker ener naam Sifra, en de naam der andere Pua was;

VersbegrippenKindermoord

Toen riep de koning van Egypte de vroedvrouwen, en zeide tot haar: Waarom hebt gij deze zaak gedaan, dat gij de knechtjes in het leven behouden hebt?

VersbegrippenDoor De Mens In Leven Gehouden WordenOntbiedende KoningenWaarom Doe Je Dit?

En zij zullen uw stem horen; en gij zult gaan, gij en de oudsten van Israel, tot den koning van Egypte, en gijlieden zult tot hem zeggen: De HEERE, de God der Hebreen, is ons ontmoet; zo laat ons nu toch gaan den weg van drie dagen in de woestijn, opdat wij den HEERE, onzen God, offeren!

VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenDrie DagenBijzondere ReizenEen Feest In De WildernisAandacht Aan Mensen Besteden

Doch Ik weet, dat de koning van Egypte ulieden niet zal laten gaan, ook niet door een sterke hand.

VersbegrippenAlwetende GodGods VoorkennisKracht Van God

Toen zeide de koning van Egypte tot hen: Gij, Mozes en Aaron! waarom trekt gij het volk af van hun werken? Gaat heen tot uw lasten.

VersbegrippenZijn/Haar Werk DoenAfleiding

Ga heen, spreek tot Farao, den koning van Egypte, dat hij de kinderen Israels uit zijn land trekken late.

Evenwel sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, en gaf hun bevel aan de kinderen Israels, en aan Farao, den koning van Egypte, om de kinderen Israels uit Egypteland te leiden.

VersbegrippenWelsprekendheidTwijfelaarsAarzelingLippenTwijfelVerlegenheidBedeesdheidOnbesneden In Hart

Dezen zijn het, die tot Farao, den koning van Egypte, spraken, opdat zij de kinderen Israels uit Egypte leidden; dit is Mozes en Aaron.

VersbegrippenAaron, PositieIsraël uit Egypte halenAnderen Die Israël Uit Egypte HalenAardse Vijanden

Zo sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Ik ben de HEERE! spreek tot Farao, den koning van Egypte, alles, wat Ik tot u spreek.

Toen nu de koning van Egypte werd geboodschapt, dat het volk vluchtte, zo is het hart van Farao en van zijn knechten veranderd tegen het volk, en zij zeiden: Waarom hebben wij dat gedaan, dat wij Israel hebben laten trekken, dat zij ons niet dienden?

VersbegrippenMensen Die Van Gedacht VeranderenIsraël Op De VluchtVertellen Over Bewegingen

Want de HEERE verstokte het hart van Farao, den koning van Egypte, dat hij de kinderen Israels najaagde; doch de kinderen Israels waren door een hoge hand uitgegaan.

VersbegrippenGepantserde HartenDurf, Voor MensenGevallen En Verlost HartStijfkoppige MensenGod Hardt De MensSterk Zijn

Daarna zond Mozes boden uit Kades tot den koning van Edom, welke zeiden: Alzo zegt uw broeder Israel: Gij weet al de moeite, die ons ontmoet is;

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersBoodschapperZware TakenHeersers Van EdomOntbering

Als de Kanaaniet, de koning van Harad, wonende tegen het zuiden, hoorde, dat Israel door den weg der verspieders kwam, zo streed hij tegen Israel, en hij voerde enige gevangenen uit denzelven gevankelijk weg.

VersbegrippenNaties die Israël aanvallen

Toen zond Israel boden tot Sihon, den koning der Amorieten, zeggende:

VersbegrippenUitgestuurde Boodschappers

Want Hesbon was de stad van Sihon, den koning der Amorieten; en hij had gestreden tegen den vorigen koning der Moabieten, en hij had al zijn land uit zijn hand genomen, tot aan de Arnon.

VersbegrippenArnon

Wee u, Moab! Gij, volk Kamoz zijt verloren! Hij heeft zijn zonen, die ontliepen, en zijn dochters in de gevangenis geleverd aan Sihon, den koning der Amorieten.

VersbegrippenVluchtelingenValse Goden

Toen wendden zij zich en trokken op den weg van Basan; en Og, de koning van Basan, ging uit hen tegemoet, hij en al zijn volk, tot den strijd, en Edrei.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaSnelwegOngastvrijheid

De HEERE nu zeide tot Mozes: Vrees hem niet; want Ik heb hem in uw hand gegeven, en al zijn volk, ook zijn land; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.

VersbegrippenWees Niet Bang Van MensenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Derhalve zeide Moab tot de oudsten der Midianieten: Nu zal deze gemeente oplikken al wat rondom ons is, gelijk de os de groente des velds oplikt. Te dier tijd nu was Balak, de zoon van Zippor, koning der Moabieten.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamGrasTaalHet Eten Van Dieren

Toen zeide Bileam tot God: Balak, de zoon van Zippor, de koning der Moabieten, heeft hen tot mij gezonden, zeggende:

Toen hief hij zijn spreuk op, en zeide: Uit Syrie heeft mij Balak, de koning der Moabieten, laten halen, van het gebergte tegen het oosten, zeggende: Kom, vervloek mij Jakob, en kom, scheld Israel!

VersbegrippenUitnodigingenJacob De PatriarchRuw TaalgebruikIsraël VervloekenWijze Gezegdes

Er zal water uit zijn emmeren vloeien, en zijn zaad zal in vele wateren zijn; en zijn koning zal boven Agag verheven worden, en zijn koninkrijk zal verhoogd worden.

VersbegrippenOvervloed, MaterieelEmmersGod Voorziet WaterZaad Op De Grond Verspillen

Alzo gaf Mozes hunlieden, den kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, en den halven stam van Manasse, den zoon van Jozef, het koninkrijk van Sihon, koning der Amorieten, en het koninkrijk van Og, koning van Bazan; het land met de steden van hetzelve in de landpalen, de steden des lands rondom.

VersbegrippenLand Als Goddelijke VerantwoordelijkheidBreuken, Een HalfReuben Gad en Half Manasse

En de Kanaaniet, de koning van Harad, die in het zuiden woonde in het land Kanaan, hoorde, dat de kinderen Israels aankwamen.

Nadat hij geslagen had Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, en Og, den koning van Bazan, welke woonde in Astharoth, te Edrei.

VersbegrippenNederlaag

Maakt u op, reist heen, en gaat over de beek Arnon; ziet, Ik heb Sihon, den koning van Hesbon, den Amoriet, en zijn land, in uw hand gegeven; begint te erven, en mengt u met hen in den strijd.

VersbegrippenRivier ArnonVijanden BevechtenZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenStrijd

Toen zond ik boden uit de woestijn Kedemot tot Sihon, den koning van Hesbon, met woorden van vrede, zeggende:

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersWoestijen, Specifiek

Maar Sihon, de koning van Hesbon, wilde ons door hetzelve niet laten doortrekken; want de HEERE,, uw God, verhardde zijn geest, en verstokte zijn hart, opdat Hij hem in uw hand gave, gelijk het is te dezen dage.

VersbegrippenVrijheid Van De WilGepantserde HartenGevallen En Verlost HartStijfkoppige MensenGod Hardt De MensOnwillige Mensen

Daarna keerden wij ons en togen op, den weg van Bazan; en Og, de koning van Bazan, trok uit ons tegemoet, hij en al zijn volk, ten strijde bij Edrei.

VersbegrippenSnelweg

Toen zeide de HEERE tot mij: Vrees hem niet, want Ik heb hem, en al zijn volk, en zijn land, in uw hand gegeven; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.

VersbegrippenWees Niet Bang Van Mensen

En de HEERE, onze God, gaf ook Og, den koning van Bazan, en al zijn volk, in onze hand, zodat wij hem sloegen, totdat wij hem niemand lieten overblijven.

VersbegrippenGeen Overlevenden

En wij verbanden dezelve, gelijk wij Sihon, den koning van Hesbon, gedaan hadden, verbannende alle steden, mannen, vrouwen en kinderen.

VersbegrippenVernietigingVernietiging Van Steden

Want Og, de koning van Bazan, was alleen van de overigen der reuzen overgebleven; ziet, zijn bedstede, zijnde een bedstede van ijzer, is zij niet te Rabba der kinderen Ammons? Negen ellen is haar lengte, en vier ellen haar breedte, naar eens mans elleboog.

VersbegrippenBreedteBeddenIjzerMetalenReuzenIjzeren VoorwerpenEnige OverlevendenAfmetingen Van Andere Dingen

Aan deze zijde van de Jordaan, in het dal tegenover Beth-Peor, in het land van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; welken Mozes sloeg, en de kinderen Israels, als zij uit Egypte waren uitgetogen,

VersbegrippenNederlaagEgypte VerlatenVoorbij JordaniëHomohuwelijk

En zijn land in bezitting genomen hadden; daartoe het land van Og, koning van Bazan; twee koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, tegen den opgang der zon;

VersbegrippenDe ZonVoorbij JordaniëTwee Andere Mannen

Maar omdat de HEERE ulieden liefhad, en opdat Hij hield den eed, dien Hij uw vaderen gezworen had, heeft u de HEERE met een sterke hand uitgevoerd, en heeft u verlost uit het diensthuis, uit de hand van Farao, koning van Egypte.

VersbegrippenGod Als VerlosserDe Kracht Van GodHand Van GodGoddelijke EedVerlossing In OTGods HandGod Die Zegeningen VloektGod Haalt Israël Uit EgypteGods Liefde Voor Israël

Daartoe Zijn tekenen en Zijn daden, die Hij in het midden van Egypte gedaan heeft, aan Farao, den koning van Egypte, en aan zijn ganse land;

VersbegrippenMenselijk Hart

Wanneer gij zult gekomen zijn in het land, dat u de HEERE, uw God, geeft, en gij dat erfelijk zult bezitten en daarin wonen, en gij zeggen zult: Ik zal een koning over mij stellen, als al de volken, die rondom mij zijn;

VersbegrippenZoals De Naties

Zo zult gij ganselijk tot koning over u stellen, dien de HEERE, uw God, verkiezen zal; uit het midden uwer broederen zult gij een koning over u stellen; gij zult niet vermogen over u te zetten een vreemden man, die uw broeder niet zij.

VersbegrippenVreemdelingenOnbekendenWetten Die Vreemdelingen BeperkenOnbekenden In Israël

De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over u zult gesteld hebben, doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, noch uw vaderen; en aldaar zult gij dienen andere goden, hout en steen.

VersbegrippenStenenHoutGeen Mensenkennis HebbenAndere GodenHout En Steen

Toen gij nu kwaamt aan deze plaats, toog Sihon, de koning van Hesbon, uit, en Og, de koning van Bazan, ons tegemoet, ten strijde; en wij sloegen hen.

VersbegrippenNederlaag

En Hij was Koning in Jeschurun, als de hoofden des volks zich vergaderden, samen met de stammen Israels.

VersbegrippenTheorcratieSamenkomst Leiders

Toen werd den koning te Jericho geboodschapt, zeggende: Zie, in dezen nacht zijn hier mannen gekomen van de kinderen Israels, om dit land te doorzoeken.

VersbegrippenVertellen Over Bewegingen

Daarom zond de koning van Jericho tot Rachab, zeggende: Breng de mannen uit, die tot u gekomen zijn, die te uwen huize gekomen zijn; want zij zijn gekomen, om het ganse land te doorzoeken.

VersbegrippenMensen Bekend Gemaakt

Toen zeide de HEERE tot Jozua: Zie, Ik heb Jericho met haar koning en strijdbare helden in uw hand gegeven.

VersbegrippenActiviteit Van GodAanvallenGods Activiteit In IsraëlVoorbeelden Van OorlogZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen zeide de HEERE tot Jozua: Vrees niet, en ontzet u niet; neem met u al het krijgsvolk, en maak u op, trek op naar Ai; zie, Ik heb den koning van Ai, en zijn volk, en zijn stad, en zijn land in uw hand gegeven.

VersbegrippenLand Als Goddelijk GeschenkAard Van OorlogOntmoediging WeerstaanGeleidelijke Verovering Van Het LandZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Gij nu zult aan Ai en haar koning doen, gelijk als gij aan Jericho en haar koning gedaan hebt; behalve dat gij haar roof en haar vee voor ulieden roven zult; stel u een achterlage tegen de stad, van achter dezelve.

VersbegrippenVee

En het geschiedde, toen de koning van Ai dat zag, zo haastten zij en maakten zich vroeg op, en de mannen der stad kwamen uit, Israel tegemoet, ten strijde, hij en al zijn volk, ter bestemder tijd, voor het vlakke veld; want hij wist niet, dat hem iemand een achterlage legde van achter de stad.

VersbegrippenDe Toekomst Niet KennenZij Die Vroeg Opstonden

Doch den koning van Ai grepen zij levend, en zij brachten hem tot Jozua.

VersbegrippenTijdens Het Leven

En den koning van Ai hing hij aan een hout, tot aan den avondstond; en omtrent den ondergang der zon gebood Jozua, dat men zijn dood lichaam van het hout afname; en zij wierpen het aan de deur der stadspoort, en richtten daarop een groten steenhoop, zijnde tot op dezen dag.

VersbegrippenGalgPoortenHangenDe Legale Aspecten Van BestraffingZonsondergangSteenhopenMensen Die Opgehangen WordenPlaatsen Tot Op De Dag

En alles wat Hij gedaan heeft aan de twee koningen der Amorieten die aan gene zijde van de Jordaan waren, Sihon, den koning van Hesbon, en Og, den koning van Bazan, die te Astharoth woonde.

VersbegrippenOnafhankelijkheidTwee Andere MannenVastberadenheid

Het geschiedde nu, toen Adoni-Zedek, de koning van Jeruzalem, gehoord had, dat Jozua Ai ingenomen, en haar verbannen had, en aan Ai en haar koning alzo gedaan had, gelijk als hij aan Jericho en haar koning gedaan had; en dat de inwoners van Gibeon vrede met Israel gemaakt hadden, en in derzelver midden waren;

VersbegrippenAi, De StadVerdragVernietiging

Daarom zond Adoni-Zedek, koning van Jeruzalem, tot Hoham, den koning van Hebron, en tot Pir-Am, den koning van Jarmuth, en tot Jafia, den koning van Lachis, en tot Debir, den koning van Eglon, zeggende:

Toen werden verzameld en kwamen op, vijf koningen der Amorieten, de koning van Jeruzalem, de koning van Hebron, de koning van Jarmuth, de koning van Lachis, de koning van Eglon, zij en al hun legers; en zij belegerden Gibeon, en krijgden tegen haar.

VersbegrippenKampenVijf Mensen

Zij nu deden alzo, en brachten tot hem uit die vijf koningen, uit de spelonk: den koning van Jeruzalem, den koning van Hebron, den koning van Jarmuth, den koning van Lachis, den koning van Eglon.

VersbegrippenVijf Mensen

Op denzelven dag nam ook Jozua Makkeda in, en sloeg haar met de scherpte des zwaards; daartoe verbande hij derzelver koning, henlieden en alle ziel die daarin was; hij liet geen overigen overblijven; en hij deed den koning van Makkeda, gelijk als hij den koning van Jericho gedaan had.

VersbegrippenVernietigingVeroveringGeen OverlevendenUitroeiing

En de HEERE gaf dezelve ook in de hand van Israel, met haar koning; en hij sloeg haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was; hij liet daarin geen overigen overblijven; en hij deed derzelver koning, gelijk als hij den koning van Jericho gedaan had.

VersbegrippenActiviteit Van GodGods Activiteit In IsraëlGeen OverlevendenUitroeiingZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen trok Horam, de koning van Gezer, op, om Lachis te helpen; maar Jozua sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem geen overigen overliet.

VersbegrippenNederlaagGeen OverlevendenUitroeiing

En zij namen haar in, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, zo haar koning als al haar steden, en alle ziel, die daarin was; hij liet niemand in het leven overblijven, naar alles, wat hij Eglon gedaan had; en hij verbande haar, en alle ziel, die daarin was.

VersbegrippenDorpenVernietigingGeen OverlevendenUitroeiing

En hij nam haar in, met haar koning, en al haar steden, en zij sloegen haar met de scherpte des zwaards, en verbanden alle ziel, die daarin was; hij liet geen overigen overblijven; gelijk als hij aan Hebron gedaan had, alzo deed hij aan Debir en haar koning, en gelijk als hij aan Libna en haar koning gedaan had;

VersbegrippenVernietigingVeroveringGeen OverlevendenUitroeiing

Het geschiedde daarna, als Jabin, de koning van Hazor, dit hoorde, zo zond hij tot Jobab, den koning van Madon, en tot den koning van Simron, en tot den koning van Achsaf,

En Jozua keerde weder ter zelver tijd, en hij nam Hazor in, en haar koning sloeg hij met het zwaard; want Hazor was te voren het hoofd van al deze koninkrijken.

VersbegrippenKoninkrijkenKoningen Doden

Sihon, de koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; die van Aroer af heerste, welke aan den oever der beek Arnon is, en over het midden der beek en de helft van Gilead, en tot aan de beek Jabbok, de landpale der kinderen Ammons;

VersbegrippenRivieren En StromenHelft Van DistrictenArnon

Daartoe de landpale van Og, den koning van Bazan, die van het overblijfsel der reuzen was, wonende te Astharoth en te Edrei.

En heerste over den berg Hermon, en over Salcha, en over geheel Bazan, tot aan de landpale der Gezurieten, en der Maachathieten; en de helft van Gilead, de landpale van Sihon, den koning van Hesbon.

VersbegrippenHelft Van Districten

De koning van Jericho, een; de koning van Ai, die ter zijde van Beth-El is, een;

De koning van Jeruzalem, een; de koning van Hebron, een;

De koning van Jarmuth, een; de koning van Lachis, een;

De koning van Eglon, een; de koning Gezer, een;

De koning van Debir, een; de koning van Geder, een;

De koning van Horma, een; de koning van Harad, een;

De koning van Libna, een; de koning van Adullam, een;

De koning van Makkeda, een; de koning van Beth-El, een;

De koning van Tappuah, een; de koning van Hefer, een;

De koning van Afek, een; de koning van Lassaron, een;

De koning van Madon, een; de koning van Hazor, een;

De koning van Simron-Meron, een; de koning van Achsaf, een;

De koning van Taanach, een; de koning van Megiddo, een;

VersbegrippenMegiddo

De koning van Kedes, een; de koning van Jokneam, aan den Karmel, een;

De koning van Dor, tot Nafath-Dor, een; de koning der heidenen te Gilgal, een;

De koning van Thirza, een. Al deze koningen zijn een en dertig.

VersbegrippenDertig En Nog Iets

En al de steden van Sihon, de koning der Amorieten, die te Hesbon geregeerd heeft, tot aan de landpale der kinderen Ammons;

En alle steden des vlakken lands, en het ganse koninkrijk van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon regeerde, denwelken Mozes geslagen heeft, mitsgaders de vorsten van Midian, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen van Sihon, inwoners des lands.

VersbegrippenPrinsenHeidense Heersers

Public domain