Klaagliederen 3:37

Mem. Wie zegt wat, hetwelk geschiedt, zo het de Heere niet beveelt?

Psalmen 33:9-11

Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er.

Spreuken 16:9

Het hart des mensen overdenkt zijn weg; maar de HEERE stiert zijn gang.

Spreuken 19:21

In het hart des mans zijn veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan.

Spreuken 21:30

Er is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE.

Jesaja 46:10

Die van den beginne aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen.

Daniël 4:35

En al de inwoners der aarde zijn als niets geacht, en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels en de inwoners der aarde, en er is niemand, die Zijn hand afslaan, of tot Hem zeggen kan: Wat doet Gij?

Romeinen 9:15

Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben.

Efeziërs 1:11

In Hem, in Welken wij ook een erfdeel geworden zijn, wij, die te voren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen, Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil;

Jakobus 4:13-15

Welaan nu gij, die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen, en aldaar een jaar doorbrengen, en koopmanschap drijven, en winst doen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain