Klaagliederen 5:8

Knechten heersen over ons; er is niemand, die ons uit hun hand rukke.

Nehemia 5:15

En de vorige landvoogden, die voor mij geweest zijn, hebben het volk bezwaard, en van hen genomen aan brood en wijn, daarna veertig zilveren sikkelen; ook heersten hun jongens over het volk; maar ik heb alzo niet gedaan, om der vreze Gods wil.

Zacharia 11:6

Zekerlijk, Ik zal niet meer de inwoners dezes lands verschonen, spreekt de HEERE; maar ziet, Ik zal de mensen overleveren, elkeen in de hand zijns naasten, en in de hand zijns konings, en zij zullen dit land te morzel slaan, en Ik zal ze uit hun hand niet verlossen.

Psalmen 7:2

Opdat hij mijn ziel niet rove als een leeuw, verscheurende, terwijl er geen verlosser is.

Spreuken 30:22

Om een knecht, als hij regeert; en een dwaas, als hij van brood verzadigd is;

Genesis 9:25

En hij zeide: Vervloekt zij Kanaan; een knecht der knechten zij hij zijn broederen!

Deuteronomium 28:43

De vreemdeling, die in het midden van u is, zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag nederdalen.

Nehemia 2:19

Als nu Sanballat, de Horoniet, en Tobia, de Ammonietische knecht, en Gesem, de Arabier, dit hoorden, zo bespotten zij ons, en verachtten ons; en zij zeiden: Wat is dit voor een ding, dat gijlieden doet? Wilt gijlieden tegen den koning rebelleren?

Job 5:4

Verre waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser.

Job 10:7

Het is Uw wetenschap, dat ik niet goddeloos ben; nochtans is er niemand, die uit Uw hand verlosse.

Psalmen 50:22

Verstaat dit toch, gij godvergetenden! opdat Ik niet verscheure en niemand redde.

Jesaja 43:13

Ook eer de dag was, ben Ik, en er is niemand, die uit Mijn hand redden kan; Ik zal werken, en wie zal het keren?

Hosea 2:10

En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid, haar feesten, haar nieuwe maanden, en haar sabbatten, ja, al haar gezette hoogtijden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain