Leviticus 11:46
Dit is de wet van de beesten, en van het gevogelte, en van alle levende ziel, die zich roert in de wateren, en van alle ziel, die kruipt op de aarde;
Leviticus 7:37
Dit is de wet des brandoffers, des spijsoffers, des zondoffers, des schuldoffers, des vuloffers en des dankoffers;
Leviticus 14:54
Dit is de wet voor alle plage der melaatsheid, en voor schurftheid;
Leviticus 15:32
Dit is de wet desgenen, die den vloed heeft, en van wien het zaad der bijligging uitgaat; zodat hij daardoor onrein wordt;
Ezechiël 43:12
Dit is de wet van het huis: op de hoogte des bergs zal zijn ganse grens, rondom henen, een heiligheid der heiligheden zijn; ziet, dit is de wet van het huis.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd