Leviticus 8:28

Daarna nam Mozes ze uit hun handen, en stak ze aan op het altaar, op het brandoffer; zij waren vulofferen tot een liefelijken reuk; het was een vuuroffer den HEERE.

Exodus 29:25

Neem ze daarna van hun hand, en steek ze aan op het altaar, op het brandoffer, tot een liefelijken reuk voor het aangezicht des HEEREN; het is een vuuroffer den HEERE.

Psalmen 22:13-14

Zij hebben hun mond tegen mij opgesperd, als een verscheurende en brullende leeuw.

Zacharia 13:7

Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.

Hebreeën 10:14-22

Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd