Lukas 15:25
En zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei,
Exodus 15:20
En Mirjam, de profetes, Aarons zuster, nam een trommel in haar hand; en al de vrouwen gingen uit, haar na, met trommelen en met reien.
2 Samuël 6:14
En David huppelde met alle macht voor het aangezicht des HEEREN; en David was omgord met een linnen lijfrok.
Psalmen 30:11
Gij hebt mij mijn weeklage veranderd in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord;
Psalmen 126:1
Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.
Psalmen 149:3
Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij Hem psalmzingen op de trommel en harp.
Psalmen 150:4
Looft Hem met de trommel en fluit; looft Hem met snarenspel en orgel!
Prediker 3:4
Een tijd om te wenen, en een tijd om te lachen; een tijd om te kermen, en een tijd om op te springen;
Jeremia 31:4
Ik zal u weder bouwen, en gij zult gebouwd worden, o jonkvrouw Israels! gij zult weder versierd zijn met uw trommelen, en uitgaan met den rei der spelenden.
Lukas 7:32
Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend.
Lukas 15:11-12
En Hij zeide: Een zeker mens had twee zonen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd