Markus 16:7

Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft.

Markus 14:28

Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.

Mattheüs 26:32

Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.

Johannes 21:1

Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven wederom den discipelen aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich aldus:

Mattheüs 28:7

En gaat haastelijk heen, en zegt Zijn discipelen, dat Hij opgestaan is van de doden; en ziet, Hij gaat u voor naar Galilea, daar zult gij Hem zien. Ziet, ik heb het ulieden gezegd.

Mattheüs 28:10

Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij Mij zien.

Mattheüs 28:16-17

En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had.

Markus 14:50

En zij, Hem verlatende, zijn allen gevloden.

Markus 14:66-72

En als Petrus beneden in de zaal was, kwam een van de dienstmaagden des hogepriesters;

Handelingen 13:31

Welke gezien is geweest, vele dagen lang, van degenen, die met Hem opgekomen waren van Galilea tot Jeruzalem, die Zijn getuigen zijn bij het volk.

1 Corinthiërs 15:5

En dat Hij is van Cefas gezien, daarna van de twaalven.

2 Corinthiër 2:7

Alzo dat gij daarentegen hem liever moet vergeven en vertroosten, opdat de zodanige door al te overvloedige droefheid niet enigszins worde verslonden.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain