Markus 4:9

En Hij zeide tot hen: Wie oren heeft om te horen, die hore.

Mattheüs 11:15

Wie oren heeft om te horen, die hore.

Markus 4:23-24

Zo iemand oren heeft om te horen, die hore.

Mattheüs 13:9

Wie oren heeft om te horen, die hore.

Mattheüs 15:10

En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat.

Markus 4:3

Hoort toe: ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.

Markus 7:14-15

En tot Zich de ganse schare geroepen hebbende, zeide Hij tot hen: Hoort Mij allen en verstaat.

Lukas 8:18

Ziet dan, hoe gij hoort; want zo wie heeft, dien zal gegeven worden; en zo wie niet heeft, ook hetgeen hij meent te hebben, zal van hem genomen worden.

Openbaring 3:6

Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.

Openbaring 3:13

Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.

Openbaring 3:22

Die oren heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain