Psalmen 104:11
Zij drenken al het gedierte des velds; de woudezels breken er hun dorst mede.
Job 39:5-8
Zult gij de maanden tellen, die zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren?
Psalmen 104:13
Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken.
Psalmen 145:16
Pe. Gij doet Uw hand open, en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd