Psalmen 104:12
Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken.
Psalmen 50:11
Ik ken al het gevogelte der bergen, en het wild des velds is bij Mij.
Psalmen 84:3
Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God!
Psalmen 104:16-17
De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft;
Psalmen 147:9
Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen.
Psalmen 148:10
Het wild gedierte en alle vee; kruipend gedierte en gevleugeld gevogelte!
Mattheüs 6:26
Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?
Mattheüs 8:20
En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd