Psalmen 106:3

Welgelukzalig zijn zij, die het recht onderhouden, die te aller tijd gerechtigheid doet.

Psalmen 15:2

Die oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en die met zijn hart de waarheid spreekt;

Openbaring 22:14

Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.

Galaten 6:9

Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen.

Jakobus 1:25

Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig zijn in dit zijn doen.

Deuteronomium 5:19

En gij zult niet stelen.

Deuteronomium 11:1

Daarom zult gij den HEERE, uw God, liefhebben, en gij zult te allen dage onderhouden Zijn bevel, en Zijn inzettingen, en Zijn rechten, en Zijn geboden.

Psalmen 1:1-3

Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;

Psalmen 84:11-12

Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.

Psalmen 119:1-3

Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.

Psalmen 119:20

Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.

Psalmen 119:44

Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.

Psalmen 119:106

Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid.

Psalmen 119:112

Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.

Jesaja 56:1-2

Alzo zegt de HEERE: Bewaart het recht, en doet gerechtigheid; want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid om geopenbaard te worden.

Jesaja 64:5

Gij ontmoet den vrolijke, en die gerechtigheid doet dengenen, die Uwer gedenken op Uw wegen; zie, Gij waart verbolgen, omdat wij gezondigd hebben; in dezelve is de eeuwigheid, opdat wij behouden wierden.

Jeremia 22:15-16

Zoudt gij regeren, omdat gij u mengt met den ceder? Heeft niet uw vader gegeten en gedronken, en recht en gerechtigheid gedaan, en het ging hem toen wel?

Ezechiël 18:21-22

Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden, die hij gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhoudt, en doet recht en gerechtigheid, hij zal gewisselijk leven, hij zal niet sterven.

Markus 3:35

Want zo wie den wil van God doet, die is Mijn broeder, en Mijn zuster, en moeder.

Lukas 1:74-75

Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze.

Lukas 6:47-49

Een iegelijk, die tot Mij komt, en Mijn woorden hoort, en dezelve doet, Ik zal u tonen, wien hij gelijk is.

Lukas 11:28

Maar Hij zeide: Ja, zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren.

Lukas 11:42

Maar wee u, Farizeen, want gij vertient munte, en ruite, en alle moeskruid, en gij gaat voorbij het oordeel en de liefde Gods. Dit moest men doen, en het andere niet nalaten.

Johannes 13:17

Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet.

Johannes 14:21-23

Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren.

Johannes 15:14

Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.

Handelingen 24:16

En hierin oefen ik mijzelven, om altijd een onergerlijk geweten te hebben bij God en de mensen.

Romeinen 2:7

Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven;

Openbaring 7:15

Daarom zijn zij voor den troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel; en Die op den troon zit, zal hen overschaduwen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain