Psalmen 147:17

Hij werpt Zijn ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude?

Exodus 9:23-25

Toen strekte Mozes zijn staf naar den hemel; en de HEERE gaf donder en hagel, en het vuur schoot naar de aarde; en de HEERE liet hagel regenen over Egypteland.

Jozua 10:11

Het geschiedde nu, toen zij voor het aangezicht van Israel vluchtten, zijnde in den afgang van Beth-horon, zo wierp de HEERE grote stenen op hen van den hemel, tot Azeka toe, dat zij stierven; daar waren er meer, die van de hagelstenen stierven, dan die de kinderen Israels met het zwaard doodden.

Job 37:9-10

Uit de binnenkamer komt de wervelwind, en van de verstrooiende winden de koude.

Job 38:22-23

Zijt gij gekomen tot de schatkameren der sneeuw, en hebt gij de schatkameren des hagels gezien?

Job 38:29-30

Uit wiens buik komt het ijs voort, en wie baart den rijm des hemels?

Psalmen 78:47-48

Hij doodde hun wijnstok door den hagel, en hun wilde vijgebomen door vurigen hagelsteen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain