Psalmen 17:2
Laat mijn recht van voor Uw aangezicht uitgaan, laat Uw ogen de billijkheden aanschouwen.
Psalmen 37:6
En zal uw gerechtigheid doen voortkomen als het licht, en uw recht als den middag.
Psalmen 37:33
Maar de HEERE laat hem niet in zijn hand; en Hij verdoemt hem niet, als hij geoordeeld wordt.
Ezechiël 18:25
Nog zegt gijlieden: De weg des HEEREN is niet recht; hoort nu, o huis Israels! is Mijn weg niet recht? Zijn niet uw wegen onrecht?
Ezechiël 18:29
Evenwel zegt het huis Israels: De weg des Heeren is niet recht. Zouden Mijn wegen, o huis Israels, niet recht zijn? Zijn niet uw wegen onrecht?
Ezechiël 33:17
Nog zeggen de kinderen uws volks: De weg des Heeren is niet recht; daar toch hun eigen weg niet recht is.
Ezechiël 33:20
Nog zegt gij: De weg des Heeren is niet recht; Ik zal ulieden richten, een ieder naar zijn wegen, o huis Israels!
2 Thessalonicenzen 1:6-9
Alzo het recht is bij God verdrukking te vergelden dengenen, die u verdrukken;
Judas 1:24
Hem nu, Die machtig is u van struikelen te bewaren, en onstraffelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid, in vreugde,
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd