Psalmen 44:20
Zo wij den Naam onzes Gods hadden vergeten, en onze handen tot een vreemden God uitgebreid.
Job 11:13
Indien gij uw hart bereid hebt, zo breid uw handen tot Hem uit.
Psalmen 68:31
Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Morenland zal zich haasten zijn handen tot God uit te strekken.
Psalmen 81:9
Er zal onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen.
Exodus 9:29
Toen zeide Mozes tot hem: Wanneer ik ter stad uitgegaan zal zijn, zo zal ik mijn handen uitbreiden voor den HEERE; de donder zal ophouden, en de hagel zal niet meer zijn; opdat gij weet, dat de aarde des HEEREN is!
Deuteronomium 6:14
Gij zult andere goden niet navolgen, van de goden der volken, die rondom u zijn.
1 Koningen 8:22
En Salomo stond voor het altaar des HEEREN, tegenover de ganse gemeente van Israel, en breidde zijn handen uit naar den hemel;
Job 31:5-40
Zo ik met ijdelheid omgegaan heb, en mijn voet gesneld heeft tot bedriegerij;
Psalmen 7:3-5
HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is;
Psalmen 44:17
Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij U niet vergeten, noch valselijk gehandeld tegen Uw verbond.
Psalmen 78:11
En zij vergaten Zijn daden, en Zijn wonderen, die Hij hun had doen zien.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd