Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Zij rotten samen, zij versteken zich, zij passen op mijn hielen; als die op mijn ziel wachten.
New American Standard Bible
They attack, they lurk, They watch my steps, As they have waited to take my life.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Psalmen 59:3
Want zie, zij leggen mijner ziel lagen; sterken rotten zich tegen mij; zonder mijn overtreding, en zonder mijn zonde, o HEERE!
Psalmen 71:10
Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen,
Psalmen 140:2
Die veel kwaads in het hart denken, allen dag samenkomen om te oorlogen.
Job 14:16
Maar nu telt Gij mijn treden; Gij bewaart mij niet om mijner zonden wil.
Job 31:4
Ziet Hij niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn treden?
Psalmen 2:1-3
Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid?
Psalmen 10:8-10
Hij zit in de achterlage der hoeven, in verborgene plaatsen doodt hij den onschuldige; zijn ogen verbergen zich tegen den arme.
Psalmen 37:32
Tsade. De goddeloze loert op den rechtvaardige, en zoekt hem te doden.
Psalmen 57:6
Zij hebben een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven; zij zijn er midden in gevallen. Sela.
Psalmen 64:2-6
Verberg mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid.
Psalmen 89:51
Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede zij de voetstappen Uws gezalfden smaden.
Jesaja 54:15
Ziet, zij zullen zich zekerlijk vergaderen, doch niet uit Mij; wie zich tegen u vergaderen zal, die zal om uwentwil vallen.
Jeremia 20:10
Want ik heb gehoord de naspraak van velen, van Magor-missabib, zeggende: Geef ons te kennen, en wij zullen het te kennen geven; al mijn vredegenoten nemen acht op mijn hinking; zij zeggen: Misschien zal hij overreed worden, dan zullen wij hem overmogen, en onze wraak van hem nemen.
Daniël 6:4
Toen overtrof deze Daniel die vorsten en die stadhouders, daarom dat een voortreffelijke geest in hem was; en de koning dacht hem te stellen over het gehele koninkrijk.
Mattheüs 26:3-4
Toen vergaderden de overpriesters en de Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters, die genaamd was Kajafas;
Mattheüs 26:57
Die nu Jezus gevangen hadden, leidden Hem heen tot Kajafas, den hogepriester, alwaar de Schriftgeleerden en ouderlingen vergaderd waren.
Mattheüs 27:1
Als het nu morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden.
Lukas 20:20
En zij namen Hem waar, en zonden verspieders uit, die zichzelven veinsden rechtvaardig te zijn; opdat zij Hem in Zijn rede vangen mochten, om Hem aan de heerschappij en de macht des stadhouders over te leveren.
Handelingen 4:5-6
En het geschiedde des anderen daags, dat hun oversten en ouderlingen en Schriftgeleerden te Jeruzalem vergaderden;
Handelingen 23:12-14
En als het dag geworden was, maakten sommigen van de Joden een samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende, dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood hebben.